Promotie Mathijs Dijsselhof
Datum: 2 september 2025
Woensdag 3 september om 09:45 verdedigt Mathijs Dijsselhof zijn proefschrift getiteld Cerebrovascular age: A biomarker of cerebral haemodynamic decline aan de Vrije Universiteit Amsterdam.
Cerebrovasculaire pathologie kan opzichzelfstaand, of als comorbiditeit bij de ziekte van Alzheimer, leiden tot cognitieve achteruitgang en dementie. Cerebrovasculaire pathologie kan onder andere ontstaan door cardiovasculaire risicofactoren en daarbij speelt de cerebrale hemodynamiek, zoals hersenperfusie, een grote rol.
Dit proefschrift levert een bijdrage aan het onderzoek naar cerebrovasculaire pathologie door kritieke ontwikkelingen te onderzoeken van cerebrale hemodynamische achteruitgang die leidt tot wittestofafwijkingen (WMH) en cognitieve achteruitgang, als gevolg van cardiovasculaire risicofactoren. De bevindingen benadrukken dat de globale cerebrale hemodynamica tot op hoge leeftijd niet wordt beïnvloed door cardiovasculaire risicofactoren en dat de cerebrale hemodynamica mogelijk fungeert als een compensatiemechanisme in de beginstadia van de ontwikkeling van WMH.
Door een algemene en robuuste, op leeftijd gebaseerde maatstaaf voor cerebrovasculaire achteruitgang te creëren, hetzij door alleen cerebrale hemodynamica te gebruiken, hetzij in combinatie met hersenvolumetrie en volumes van de WMH, samen met harmonisatie-inspanningen, zouden deze pathologische ontwikkelingen mogelijk in een vroeg stadium kunnen worden gedetecteerd en gemonitord, wanneer er nog ruimte is voor behandeling, of voorkomen voordat er structurele achteruitgang optreedt.
De promotieplechtigheid vindt plaats in het Auditorium van het hoofdgebouw van de Vrije Universiteit van Amsterdam. De verdediging van het proefschrift zal ook online te volgen zijn via het YouTube kanaal van bureau pedel – Vrije Universiteit (https://www.youtube.com/c/VUBeadlesOffice).
Vijf vragen aan Mathijs
Wie ben je?
Ik ben Mathijs Dijsselhof, 29 jaar oud en onderzoeker bij de afdeling radiologie en nucleaire geneeskunde van Amsterdam UMC, locatie VUmc.
Waarom ben je onderzoek gaan doen?
Ik ben met onderzoek begonnen omdat ik het interessant vind om met behulp van geavanceerde technieken, zoals MRI, naar het menselijk lichaam te kijken. Wat mij extra fascineert is hoe het lichaam ervoor zorgt dat ons besturingscentrum, de hersenen, voldoende bloed krijgen. Dat is namelijk van invloed op de gezondheid van de hersenen en ons denkvermogen. Daarmee is het extra leuk dat verschillende disciplines, zoals neurowetenschappen en hart- en vaatgezondheid bij elkaar komen. Hopelijk kan ik met dit onderzoek helpen de zorg voor patiënten te verbeteren en kunnen we hersenvaatschade in de toekomst voorkomen.
Wat heb je onderzocht?
Ik heb onderzoek gedaan naar hoe de bloeddoorstroming van de hersenen verschilt tussen geslachten, verandert wanneer je ouder wordt, of hart- en vaatziekten hebt. Daarna heb ik met behulp van kunstmatige intelligentie een model gemaakt, zodat we op basis van de leeftijd van de hersenvaten kunnen zien hoe gezond iemand is.
Wat heb je gevonden?
We vonden veranderingen bij muismodellen van alzheimer in de vroege fase, maar die leken niet op wat we zagen bij mensen in een vroege fase van de ziekte. Dat betekent dat we de inzichten die we kregen uit eerder onderzoek met muismodellen niet altijd direct van toepassing zijn op de mens.
Ook vonden we verschillende manieren om overmatige hersenactiviteit van buitenaf te meten. Elke methode heeft zijn voor- en nadelen, en we moeten nog meer onderzoek doen om te bepalen welke methode het beste werkt in welke situatie.
We ontdekten dat er al veranderingen in de hersenen optreden voordat mensen geheugenproblemen of andere denkstoornissen hebben. Deze veranderingen lijken op de veranderingen die we zien bij mensen in een verder gevorderd stadium van alzheimer, wat erop wijst dat dezelfde onderliggende processen al bezig kunnen zijn.
Wat levert dit op voor de patiënt?
Door het kijken naar de hersenvaatleeftijd kunnen we beter onderzoek doen naar de rol van de hersendoorbloeding in het ontstaan van cognitieve problemen en dementie, wanneer hart- en vaatziekten aanwezig zijn. Omdat we kunnen corrigeren voor verschillen in de technieken om de hersendoorbloeding te meten, kunnen we ongeacht het ziekenhuis of MRI scanner de bepaling van de hersenvaatleeftijd toepassen. Ook kunnen we beter in beeld krijgen bij welke dementie patiënten problemen met de hersenvaten en hersendoorbloeding een rol spelen. Hiermee zouden we kunnen kijken welke dementie patiënten baat hebben bij medicijnen die de gezondheid van het hart en de bloedvaten verbetert en bij welke patiënten dit niet leidt tot verbetering.